Geen spoor van hiv na stamceltransplantatie

Bij twee Europese hiv-patienten is na een risicovolle stamceltransplantatie, die zij moesten krijgen omdat zij kanker hadden, ook met zeer gevoelig onderzoek geen spoor van hiv in hun bloed te vinden. Dat is bekendgemaakt door de Nederlandse arts-microbioloog dr. Anne Wensing van het UMC Utrecht op de internationale aidsconferentie in de Zuid-Afrikaanse stad Durban. De persconferentie werd voorgezeten door Nobelprijswinnaar Françoise Barré-Sinoussi, die in 1984 het hiv-virus mede heeft ontdekt.  

Dr. Anne Wensing: “Een speld in een hooiberg vinden is een hele klus, maar het is een nog veel grotere uitdaging om aan te tonen dat er géén speld in een hooiberg is. Wanneer weet je honderd procent zeker dat er geen hiv-virus meer in het lichaam zit? Of deze patienten zijn genezen van hiv, kunnen we pas zeggen als ze stoppen met het gebruik van hiv-medicijnen. En dan nog: zo’n stamceltransplantatie kan wetenschappers nieuwe inzichten geven, maar is veel te riskant als er niet de noodzaak van kanker is.”  

De volgende stap is dat de artsen in gesprek gaan met de patiënten: is men bereid om te stoppen met de behandeling om te zien of het virus dan nog steeds weg blijft? Wensing: “Maar stoppen met de hiv-behandeling is heftig als iemand kort na een stamceltransplantatie nog een fragiele gezondheid heeft.” In 2013 waren er twee hiv-patienten uit Boston waarbij na een stamceltransplantatie geen hiv aantoonbaar was. Toen zij stopten met het gebruik van hiv-medicijnen, bleek men toch nog hiv te hebben. Vanwege die ervaring is bij de twee Europese patienten nu veel intensiever gezocht naar sporen van hiv.  

Er is tot nu toe één mens ter wereld die, negen jaar geleden, is genezen van hiv. Timothy Brown had niet alleen hiv, maar ook leukemie. Na zware kuren chemotherapie en bestraling onderging hij een stamceltransplantatie. Sindsdien gebruikt Timothy Brown geen hiv-medicijnen meer én blijft hiv in zijn bloed onvindbaar. Door die genezing zijn organisaties veel meer tijd en geld gaan besteden aan onderzoeken naar hiv-genezing. Het is nog niet gelukt om meer patienten te genezen. Onderzoekers weten zelfs nog niet precies welk onderdeel van de behandeling de doorslag heeft gegeven bij de genezing van Timothy Brown. Dr. Anne Wensing: “We hebben nu vooral behoefte aan diepgaand onderzoek. Dat levert hopelijk nieuwe inzichten op hoe dingen in elkaar steken. Aan dat soort onderzoeken heeft een patiënt de komende jaren nog niet veel, maar alleen met meer kennis komen we vooruit.”  

De twee Europese patiënten, waarbij ook via heel gevoelig bloedonderzoek geen hiv aantoonbaar is, worden behandeld door hun eigen internist en hematoloog en bestudeerd door EpiStem. Dat is een Europees samenwerkingsverband van hematologen, infectiologen, virologen, immunologen en bloedbankdeskundigen om expertise te delen over stamceltransplantaties bij hiv-patiënten. Eén van de deelnemers aan EpiStem is Gero Hütter, de hematoloog die Timothy Brown heeft genezen van hiv. Epistem wordt gecoördineerd vanuit het UMC Utrecht. Wensing: ‘Vroeger vonden we het alleen maar ingewikkeld als een patiënt die vanwege kanker een stamceltransplantatie nodig had, ook nog hiv had. Nu zien we het als een kans om, als de patiënt hiervoor open staat, iets te leren over de genezing van hiv. Natuurlijk blijft het het belangrijkst dat iemand geneest van kanker.’ In Epistem wordt kennis gedeeld, ervaringen uitgewisseld en een protocol opgesteld. EpiStem heeft de gegevens bestudeerd van 24 Europese hiv-patiënten die een stamceltransplantatie hebben gehad of misschien gaan krijgen. EpiStem (www.epistem-project.org) wordt gesponsord door amfAR.

Bij de internationale aidsconferentie in Durban is ook de nieuwe wereldwijde wetenschappelijke visie gepresenteerd om te komen tot genezing. Deze visie is opgesteld door de internationale werkgroep van de International AIDS Society. Er zijn drie mogelijke strategieën geformuleerd om iemand van hiv te genezen. De Nederlandse viroloog dr. Monique Nijhuis van het UMC Utrecht is lid van deze werkgroep en verwacht het meest van de eerste strategie: “Het virus wakker schudden en tegelijkertijd iemands immuunsysteem een oppepper geven, zodat iemand het virus zelf onder controle kan houden. De tweede strategie is het virus in diepe slaap brengen, zodat het nooit meer wakker wordt.” Het UMC Utrecht doet ook onderzoek naar de derde strategie: gentherapie. Nijhuis: “Deze gentherapie werkt met minuscule ‘crispers’, een soort schaartjes in het lichaam. Deze schaartjes herkennen hiv en knippen het genetisch materiaal van hiv door.”  

Dr. Bart Rijnders is verbonden aan Erasmus MC en als internist gespecialiseerd in de behandeling van hiv: “Omdat de huidige behandeling van hiv zo goed is, komt er op wetenschappelijke congressen steeds meer aandacht voor die onderzoeken naar genezing. We staan met de onderzoeken naar genezing van hiv aan het begin van een heel lange weg en we weten niet of dit ooit gaat leiden tot iets wat we bij patiënten kunnen toepassen.”  

Fred Verdult leeft zelf met hiv: : “Met de huidige hiv-behandeling kun je gezond oud kunnen worden. Toch is het perspectief op genezing van groot belang.” Uit een peiling die Verdult in samenwerking met wijlen prof. Joep Lange heeft gehouden onder 458 Nederlandse hiv-patiënten bleek dat het voor 72% heel belangrijk zou zijn om te genezen van hiv. Men noemt niet alleen redenen als levensverwachting, geen risico op bijwerkingen meer en geen pillen meer innemen, maar vooral ook: een einde aan de onzekerheid, geen stigma meer, geen impact op je relatie en niet meer leven met een geheim.